Internationale bescherming van de rechten van de mens
De rechten van de mens vormden lange tijd een uitsluitend interne aangelegenheid van staten waarmee andere staten zich niet hadden te bemoeien. Pas na de Tweede Wereldoorlog rijpte de overtuiging dat de internationale rechtsorde de bescherming van fundamentele rechten van individuen in een staat niet langer meer uitsluitend aan de nationale overheden kon overlaten. De gedachte van de bescherming van de rechten van de mens werd opgenomen in het Handvest van de Verenigde Naties (VN). Zo bepaalt artikel 55, sub c, dat de VN de ‘universele eerbiediging en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden voor allen, zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst’ bevorderen. Alle lidstaten verbonden zich deze doelstelling in samenwerking met de VN te verwezenlijken.
Op 10 december 1948 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aanvaard met een invulling van het begrip “rechten van de mens”. In 1966 kwamen in het kader van de VN twee mondiale mensenrechtenverdragen tot stand; in essentie gericht op de waarborging van de vrijheid van ieder individu ten opzichte van overheidsbemoeienis, en de ontplooiing van het individu en de totstandbrenging van gelijke kansen voor een ieder.
Op regionaal niveau kwam in het kader van de Raad van Europa reeds zestien jaar voor de VN-Verdragen in 1950 het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) tot stand, dat een groot aantal essentiële burger- en politieke rechten bevat. Verder uitgewerkt in het Europees Sociaal Handvest (1961).
Op het Amerikaanse en Afrikaanse continent en in de Arabische regio werden vergelijkbare handvesten aanvaard.
Doel en programma
Tijdens de cursus zullen de verschillende soorten rechten van de mens, de burger- en politieke rechten, de sociale, economische en culturele rechten, en de collectieve rechten nader worden bezien. Daarbij zal vooral uitgebreid aandacht worden besteed aan de burger- en politieke rechten in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het unieke klachtrecht van individuen wegens schending van deze rechten door staten en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.
Werkwijze
De te behandelen stof wordt gegeven in de vorm van een college, maar bij elk deel is er de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Verder wordt alle behandelde materie toegelicht aan de hand van rechtsbronnen en actuele praktijkgevallen.
De studiedag wordt ondersteund met een uitgebreide reader.